In veel gevallen blijft een van partijen nog een periode wonen in de woning die aan partijen toebehoort. Indien de ander dan de woning niet meer gebruikt, kan die persoon aanspraak maken op een redelijke vergoeding.
De vergoeding werd in het verleden vaak gebaseerd op de overwaarde. Voor de berekening werd een percentage van 4% van de helft van de overwaarde redelijk geacht. Ten tijde van de crisis kwam dit minder vaak voor. Echter nu de huizenprijzen weer de lucht in schieten is de kans op overwaarde ook weer aanzienlijk toegenomen.
Echter het percentage dat wordt toegekend wordt nu ook regelmatig lager vastgesteld, nu de opbrengst op bijvoorbeeld een spaarrekening ook aanzienlijk lager ligt.
In de jurisprudentie zien we dat er ook andere grondslagen zijn om een vergoeding te kunnen bepalen, als huurwaarde of feitelijke kosten. Van geval tot geval zal moeten worden bekeken wat onder de omstandigheden mogelijk is.
Mocht een dergelijke situatie zich voor u voordoen en u wil hier meer over weten, neem dan gerust contact op met ons kantoor. Wij helpen u dan graag verder.
