Op grond van het Burgerlijk Wetboek geniet een huurder huurbescherming. Dit wil zeggen dat het voor een verhuurder niet mogelijk is om de overeenkomst met een huurder zomaar te beëindigen. Zo zal een verhuurder, bij een huurovereenkomst voor een vaste huurperiode, het akkoord moet krijgen van de huurder tot het beëindigen van de huurovereenkomst. Als de huurder niet akkoord gaat, zal de verhuurder via de rechter de overeenkomst moeten proberen te beëindigen. De rechter kijkt daarbij naar de redenen die de verhuurder noemt om de huurovereenkomst te beëindigen.
Ook bij een huurovereenkomst voor bepaalde tijd geniet een huurder huurbescherming. Deze is, ten opzichte van een huurovereenkomst voor onbepaalde tijd, wel beperkt.
Een huurder geniet in ieder geval huurbescherming in de volgende gevallen:
- huur van een huis;
- huur van een appartement;
- huur van een kamer (bijvoorbeeld in een studentenhuis);
- huur van een woonwagen op een vaste plek (niet op een vakantiepark);
- huur van een standplaats voor een woonwagen (niet op een vakantiepark).
Een onderhuurder van zelfstandige woonruimte geniet ook huurbescherming. De onderverhuurder moet zich aan de regels houden die van toepassing zijn voor verhuurders van woningen. Mocht de huurovereenkomst tussen de onderverhuurder en de hoofdverhuurder eindigen, dan wordt de onderhuurder de hoofdhuurder van de woning. De hoofdverhuurder zet de huurovereenkomst dan voort.
Bij hospitaverhuur (huren van een kamer bij iemand die een woning huurt en ook in die woning woont), is geen huurbescherming van toepassing als de huur van die woning eindigt. Verlaat de kamerverhuurder (dus de huurder van de woning) de woning, dan moet de huurder van de kamer ook de woning verlaten.
In de volgende gevallen is er geen recht op huurbescherming:
- bewoners van een verzorgingshuis;
- bewoners van een dienstwoning;
- huur van een vakantiehuis- of appartement, hotelkamer of (sta)caravan;
- huur voor ligplaats woonboot: er is een wetsvoorstel ingediend, te weten het Wetsvoorstel verbeteren huurbescherming voor huurders van ligplaatsen. Hiermee zullen huurders van ligplaatsen voor een woonboot ook genieten van huurbescherming. Het wetsvoorstel ligt ter behandeling bij de Tweede Kamer;
- huur op grond van de Wet doorstroming huurmarkt: hierbij heeft de huurder pas recht op huurbescherming als de huurovereenkomst (automatisch) wordt omgezet tot een huurovereenkomst voor onbepaalde tijd;
- huur op grond van de Leegstandwet;
- de eerste negen maanden bij een hospitacontract;
- huur van een winkelwoning. In dit geval gelden de regels van bedrijfsruimte en deze bieden minder huurbescherming.
Mocht u meer willen over huurbescherming, neem dan gerust contact op met ons.
